Op dit moment is de productieketen vaak nog geheel gescheiden van de hergebruikketen, eigenlijk beter de afvalverwijderingsstructuur te noemen. Zo is het ook in de wetgeving (o.a. LAP) geregeld, zodat we die werelden gescheiden houden, kijk maar naar de Afvalcongressen; hoe kan je nog geld maken van de materialen, zonder te kijken naar wat het product geweest is.
Een LCA (levenscyclus analyse) maakt snel duidelijk waar alle oorspronkelijke grondstoffen vandaan komen, hoe schoon de productie is geweest en hoe er met de restmaterialen wordt omgegaan. Dit zijn voor een enkel product vaak complexe exercities, waar tientallen bedrijven bij betrokken zijn met het resultaat dat ruwe materialen zijn gebruik voor producten en de restmaterialen grootschalig tot mengstromen zijn gedegradeerd in bijvoorbeeld plastic paaltjes.
In een circulaire economie wordt anders gedacht, een beetje het cradle tot cradle principe. Enerzijds wordt de hergebruikketen gekoppeld aan de productieketen, maar dat je ook anderzijds in de ontwikkeling van het productieproces nadenkt hoe je onderdelen van de deze keten standaard opnieuw kan impassen in je productieproces en hier je voordeel uit behaald. Het bespaart grondstoffen en als het logistiek goed georganiseerd is zal het financieel ook renderen. Een bekend voorbeeld is de papierindustrie die 94 % van het op de markt gebrachte papier hergebruikt.
De mogelijkheden van het circulair maken van de logistieke keten hangt af van welk schaalniveau je kiest. Kies je per product, dan denk je vooral aan samengestelde componenten zoals wit en bruingoed, auto's etc. Deze bevatten onderdelen die, eventueel na reparatie, gemakkelijk terug in het productieproces weer meegenomen kunnen worden. Deze hebben ook een hoge toegevoegde waarde die een specifieke inzamelketen rendabel maken. Bij laagwaardigere homogene stromen, zoals verpakkingen, is collectief inzamelen een betere vorm, echter vervuiling en vermenging maakt het moeilijker om aan de vaak speciale grondstofvraag van de verpakkingsindustrie te voldoen.
Een ander schaalniveau is de omgeving waar de producten worden gebruikt; een kantoor, een bedrijventerrein of zelf een gemeente kan circulair worden ingericht. Wat de uitdaging is, is de diversiteit aan producten en ook binnen de productlijnen is er ook nog behoefte aan veel keuze. Deze verscheidenheid aan samengestelde producten maakt het niet gemakkelijk om op dit niveau rendabel herbruikbare grondstoffen of onderdelen in te zamelen, maar het gebeurt al wel bijvoorbeeld door het uitzoeken van afval op sorteerlocaties door de werkvoorzieningschappen.
De inzameling voor hergebruik kan op verschillende wijze; statiegeld, verschillende inzamelcontainers of nasortering, afhankelijk van de specifieke situatie, het beleid dat gevoerd wordt en de beschikbare arbeid en materiaal. De roep om statiegeld op kunststof drinkflesjes om zwerfvuil te voorkomen is een mooi voorbeeld van dit dilemma. Naast beleidsinstrumenten zoals statiegeld en verplicht inzamelen (verpakkingconvenant) zullen bij toenemende schaarste op de grondstoffenmarkt producenten gericht inzamelstructuren gaan overnemen of gaan inrichten om hun productie zeker te stellen en betaalbaar te houden. De cashback acties bij inlevering van oude producten zal een grote vlucht gaan nemen en de organisatie van gemeentelijke inzameling zal verder uitgebreid worden als inkomstenbron.